Vogels kun je indelen naar hun leefgebied. Dat leefgebied wordt bepaald door het voedsel dat vogels er kunnen vinden, de manier van voedsel zoeken en hun nestplaats. Op De Pioniers zie je vooral struikvogels en boomvogels. De laatste groep kun je weer onderverdelen in boombroeders (zoals de ekster die een takkennest hoog in een boom maakt) en holenbroeders (zoals de grote bonte specht die zijn eigen nestholte uithakt). Echte struikvogels zijn de merel en zwartkop.
Ook watervogels zijn goed vertegenwoordigd. De visstand is goed en gevarieerd en ook andere waterbeestjes en eendenkroos zijn ruim voorradig. Geliefd is de ijsvogel die al weer jaren regelmatig over het water van de vijver aan de noordzijde scheert en de strenge winters van 2009 en 2010 heeft overleefd.
Vogels van gebouwen, zoals kauw en huismus worden weinig gezien. Dat geldt ook voor grond- en kruidlaagvogels, zoals grasmus en fitis. Hoewel ze tijdens de trektijd wel eens neerstrijken, zijn het geen blijvers. Ze broeden op of vlakbij de grond en daarvoor is tuinieren een te intensieve bezigheid.
Van 1998 tot en met 2010 zijn in het tuinenpark 60 vogelsoorten gezien of gehoord! (overvliegende ganzen, meeuwen en weidevogels tellen we niet mee; die hebben geen binding met het park). Van de 60 soorten broeden er jaarlijks ongeveer 25 op het park zelf. Het aantal broedterritoria per jaar wordt geschat op 100. Dat betekent 25 broedparen per hectare. Dus met de 121 tuinen kun je op elke tuin gemiddeld bijna een paartje broedende vogels verwachten! Ter vergelijking: in het vogelrijke Amelisweerd zijn rond de 33 broedparen per hectare aanwezig en broeden ruim 50 verschillende soorten per jaar.
Behalve de 25 soorten broedvogels op De Pioniers zijn er nog zo'n 10 soorten die in de nabijheid broeden of tijdens het broedseizoen geregeld bij ons komen buurten om voedsel te zoeken. De ijsvogel boven de vijver bijvoorbeeld. Of de sperwer langs de boomsingel. En de nog hoger in de lucht foeragerende gierzwaluwen. Zij komen allemaal af op de voedselvoorraad in of boven het tuinenpark. Tenslotte heb je nog de wintergasten, zoals sijs en keep, die zich te goed doen aan de voorraad zaden.